Weide of saladebuffet?
De meeste weiden zijn ingezaaid met een kruidenrijk mengsel dat bestaat uit 22 soorten grassen, klavers en kruiden. Al deze soorten hebben hun eigen groeipatronen en eigenschappen waardoor je veel diversiteit hebt. Deze mengsel heeft een lang groeiseizoen (vanaf vroege voorjaar tot laat in de herfst) en is een volwaardig voer voor de schapen.
De mengsel heeft ook een aantal droogteresistente vlinderbloemigen waardoor het in een droge zomer ook goed door kan groeien. Verder zitten er kruiden in het saladebuffet die de gezondheid van de schapen ten goede komen, zoals chichorei die parasitaire wormen tegen gaat. Ook bestaat de mengsel uit een aantal diepwortellende soorten die goed zijn voor het bodemleven. Door de variatie komen vele soorten voedingstoffen, vitaminen en mineralen beschikbaar voor de schapen. Door de aanwezige klaversoorten is er minder mest nodig om toch de weiden goed te laten groeien. In het voorjaar is er vroeger gras, bij droogte blijft de grasmat beter doorgroeien, en groeien de saladebufetten in het najaar langer door.
De vele soorten die in het mengsel te vinden zijn trekken ook weer andere soorten zoals insecten aan. Deze insecten trekken zelf ook weer andere soorten zoals vogels en andere dieren aan waardoor de biodiversiteit wordt gestimuleerd.
De samenstelling op basis van zaadgewicht ziet er als volgt uit:
53% Grassen: Engels raai, veldbeemd, beemdlangbloem, timothee, kropaar, rietzwenkgras
23% Klavers: droogteresistente klavers zoals witte cultuur- en weideklaver, rolklaver, rode klaver, Luzerne.
En verder gele honingklaver bastaardklaver en wondklaver. Klavers bevatten verder relatief veel eiwit.
24% Kruiden: kleine pimpernel, cichorei, peterselie, karwij, smalle weegbree, paardenbloem, duizendblad
Op den duur zullen er ook andere kruiden in de weide komen, en zullen sommige ingezaaide soorten later weer verdwijnen. De weiden zijn saladebuffetten geschikt voor zowel onze schapen.